Nader tot Reve: Nieuwsarchief Naar de homepage van Nader tot Reve
tak
Schafthuizen wint kort geding glansrijk
17 juni 2011
Uitgeverij Van Oorschot mag het laatste deel van de biografie over Gerard Reve niet publiceren, voor zover daarin citaten voorkomen uit tot dusverre ongepubliceerd werk. De rechtbank Amsterdam oordeelde vanmiddag dat onvoldoende is gebleken dat er volledige overeenstemming bestaat tussen de auteur en de rechthebbende weduwnaar van Reve inzake de tekst van deel drie van de biografie. Van Oorschot krijgt een dwangsom opgelegd van vijftigduizend euro per overtreding van het verbod op publicatie, tot een maximum van een half miljoen euro is bereikt. Bovendien moet Van Oorschot de kosten van het kort geding betalen, bijna negenduizend euro.
Het volledige vonnis is te lezen op rechtspraak.nl.
Het vonnis bevestigt nog eens dat Schafthuizen de enige erfgenaam is van Gerard Reve en houder van de auteursrechten op het gehele werk van Reve. Uit de tijdens de zitting op 26 mei overlegde telefoongesprekken, die in het vonnis gedeeltelijk zijn gepubliceerd, komt naar voren dat biograaf Nop Maas aan Schafthuizen heeft toegezegd al zijn wensen inzake de opname van niet gepubliceerde citaten van Reve te zullen respecteren.
"Dat is je maar geraden ook", aldus Schafthuizen op 20 oktober 2010 in een telefoontje van Maas over de concept tekst van deel drie, die toen gereed was. Maas in dat gesprek: "Nee, maar het is heel duidelijk wat de rechten en plichten zijn, hoor, dus wat dat betreft is daar geen enkele discussie over, denk ik. Ik bedoel: jij hebt gewoon het recht over het werk van Gerard Reve en als jij vindt dat bepaalde dingen niet gedrukt kunnen worden daarvan, ja, dan gebeurt dat natuurlijk niet."
Schafthuizen gaf in hetzelfde telefoongesprek aan dat de tekst van deel drie voor hem heel precair is: 'En ik heb je dat al een keer gezegd, dat het misschien goed had geweest als jij eens contact met me had opgenomen bij het schrijven, maar dat wilde je zelf niet om dus die vrijheid te hebben om te schrijven wat je wilde schrijven en ik ja, ik kon dat alleen maar respecteren'.
Na enig heen en weer getelefoneer over omstreden passages zei Schafthuizen op 8 november tegen Maas: "Ik ben blij, weet je wel, dat jij dus gewoon het accepteert, van wat ik wilde veranderen, weet je wel, en ja, nu moet het maar naar de zetter toe".
Als uitgever Van Oorschot vervolgens op 12 november de definitieve drukproef toestuurt met het verzoek om deze getekend voor akkoord te retourneren, laat Schafthuizen op 19 november weten niet akkoord te gaan met de opgenomen citaten uit ongepubliceerd werk.
Op 23 december schrijft Maas aan Schafthuizen:
"In een telefoongesprek van 29 oktober hebben we deze geel gemarkeerde passages besproken en zijn we daaromtrent tot overeenstemming gekomen. Je stelde vast dat je blij was dat we er 'met wederzijds respect' uitgekomen waren. Vervolgens is jou door de uitgever ter controle een nieuwe uitdraai van de tekst toegestuurd, waarin zowel de door jou geëiste als de door ons besproken veranderingen waren aangebracht. Na bestudering van deze uitdraai heb je aan de uitgeverij nog enkele schrappingen opgegeven die je in eerste instantie over het hoofd had gezien. Ook deze wensen zijn gehonoreerd. Tegen mij verklaarde je toen dat het derde deel nu naar de zetter kon. Op de daarmee door jou gegeven toestemming om het derde deel in deze vorm uit te geven kun je niet eenzijdig terugkomen. Gegeven de bovenstaande feiten constateer ik dat er tussen ons een overeenkomst bestaat waardoor ik gerechtigd ben het derde deel van het boek - in de versie die op instigatie van jou is veranderd - ter uitgave aan te bieden en dat de uitgever gerechtigd is die uit te geven."
Nu Van Oorschot de publicatie wilde doorzetten spande Schafthuizen een kort geding aan. Zijn advocaat stelde daarin dat de voorgelegde tekst "een ontoelaatbare inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer zou betekenen. De selectie die [biograaf] heeft gemaakt roept het beeld op dat alles in het leven van Gerard Reve en [eiser] zou hebben gedraaid om erotiek, drank en geld. Dit geeft een verkeerd beeld van zijn relatie met Gerard Reve [...]. Het recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer moet in dit geval daarom zwaarder wegen dan het recht op vrije meningsuiting en de persvrijheid."
In zijn eindoordeel volgt de rechter de redenering van Schafthuizen niet op dit laatste punt, maar wel voor wat betreft het gebruik van tot dusverre ongepubliceerde citaten.
Rechter Peeters is het met Reves weduwnaar eens dat:
"uit het enkele feit dat [eiser] inzage in deel 3 heeft bedongen voorshands niet kan worden afgeleid dat [eiser] daarmee reeds toestemming van het gebruik van die citaten in deel 3 heeft verleend. Deel 3 was immers nog niet gereed en [eiser] was dus ook nog niet bekend met de inhoud daarvan. Daarnaast blijkt ook uit de nadien door [uitgeverij] aan [eiser] gedane verzoeken om schriftelijk toestemming te verlenen voor het gebruik van de citaten in deel 3 en de door [uitgeverij] in verband daarmee aan [eiser] voorgelegde overeenkomsten, dat ook [uitgeverij] de overeenkomst van 18 december 2009 niet zo heeft begrepen. Niet aannemelijk is dan ook dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat [uitgeverij] de overeenkomst van 18 december 2009 zo heeft mogen begrijpen dat [eiser] daarmee vooraf toestemming voor het gebruik van de citaten in deel 3 van de biografie verleende."
Olaf Trojan, de advocaat van Schafthuizen, zei in een reactie op de uitspraak tegen het ANP dat zijn cliënt content is met de uitspraak. Volgens hem staan er zoveel citaten in het derde deel dat "er niet iets publicabels overblijft".
Wouter van Oorschot van de gelijknamige uitgeverij kon nog geen uitgebreide reactie geven op de uitspraak. Volgens hem is die namelijk op verschillende manieren te interpreteren, aldus het ANP. Mogelijk komt er een oplossing door de gewraakte passages alsnog weg te laten en de concept tekst van deel 3 van de biografie grondig te herzien, cq in te korten.
Van onze speciale verslaggever