Nader tot Reve: Nieuwsarchief Naar de homepage van Nader tot Reve
tak
Verslag Feest in Greonterp
27 augustus 2009
Terug naar 'een heilige plaats'
'Welkom op deze heilige plaats.' Zonder een spoortje ironie begroet Woelrat (Henk van Manen) de gasten, die zich zaterdag 15 augustus hebben verzameld bij de klokkentoren van het Friese dorpje Greonterp, een paar meter van het arbeiderswoninkje, waar de 8 april 2009 overleden 'volksschrijver' Gerard Reve in de jaren zestig zijn mooiste jaren zou hebben beleefd.
Terwijl de wind over de oneindige Friese weilanden blaast, dragen de voormalige geliefden van Reve 'troostbrieven' en gedichten voor. "Teigetje zegt dat ik altijd de klemtonen verkeerd leg, waardoor niemand er iets van begrijpt," moppert Woelrat. Vervolgens laat troubadour Gerrit Breteler wat Ierse liedjes in de wind wegwaaien, onder het Reviaanse motto 'dat alles voorbij gaat en het uiteindelijk nooit meer goed komt.'
Mevrouw Pot, de huidige bewoonster van Huize Het Gras is er ook, tot grote vreugde van 'de jongens', die zich meteen verontschuldigen voor de lelijke dingen die ze hebben gezegd over de verbouwing die het huisje zou hebben verknald. De in het zwart geklede modeontwerpers, die het voormalige arbeiderswoninkje in 1982 verkochten (Woelrat: 'We bleven de stem van Gerard maar horen'), willen het huisje graag in de oorspronkelijke staat terugbrengen en er een Reve-museum van maken. Mevrouw Pot belooft dat ze 'de jongens' zal inlichten als ze gaat verhuizen, maar voorlopig woont ze er nog prima.

Woelrat en Teigetje tonen gevelsteen 'In Het Woord', die Reve destijds maakte voor gevel van huisje Duitse vertaler Jürgen Hillner in Westhem
Kaarsje voor Maria
Na afloop van de herdenking vertrekt het gezelschap naar de katholieke kerk van Blauwhuis - het is vandaag immers Maria Hemelvaart - om nog even een kaarsje op te steken voor Maria. Deed Reve ook zo graag. Willem van Albada, alias Teigetje, legt nog eens uit hoe Reve en hij destijds in deze uithoek van het land verzeild raakten. "Gerard dacht er al langer over om iets te zoeken in Friesland. Hij hoorde dat er heel veel huisjes leegstonden. Gerard vond Amsterdam te druk en verlangde er naar om zich af te zonderen. Hij hoopte in die stilte goed te kunnen schrijven. De dichter Nico Verhoeven tipte hem dat Huize Gras leegstond. Gerard was al snel verliefd op het huisje en de omgeving."
Was het niet een enorme overgang voor twee jongens uit de grote stad?
"Jawel, maar we hielden ook ons kleine appartement tegenover Artis aan, omdat ik in Amsterdam studeerde. Ik pendelde dus heen en weer. Gerard kwam alleen naar Amsterdam als hij een lezing moest houden."
Eerder zei je dat jullie hier je gelukkigste tijd hebben doorgebracht. Leg dat eens uit...
"Allereerst zijn we hier door iedereen heel vriendelijk opgevangen. Het was net op je bij familie op bezoek kwam. Amsterdam is heel anders. Daar moet je niet teveel zeggen of je krijgt een snauw. Hier waren de mensen ontspannen en vriendelijk. Om geen roddels te krijgen, gaf Gerard elke keer dat er iemand bij ons kwam logeren, een communiqué uit. Dan vertelde hij de buurvrouw wie het was, en hoe lang de logé zou blijven. Kort daarna zag je de buurvrouw op de fiets klimmen om het nieuws verder te brengen. We hadden het er in ieder geval geweldig naar ons zin."
Hoe lang kende je Gerard al toen jullie naar Greonterp verhuisden?
"Nog maar kort. In december 1963 heb ik hem leren kennen. Met Pinksteren 1964 zijn we naar Friesland verhuisd."

Troubadour Gerrit, Woelrat en Teigetje
Herinner je je nog wat je destijds in hem aantrok?
"Gerard straalde betrouwbaarheid en eerlijkheid uit, tenminste dat meende ik. Ik was nog jong en had nog niet zoveel psychologische kennis. Ik was 22, Gerard was nèt veertig." In 1969 kregen Gerard en Willem gezelschap van Henk, een jonge student. "Henk kwam met vrienden van ons mee, toen ze mijn verjaardag kwamen vieren. Hij had de tv-uitzending in de Vondelkerk gezien, was erg onder de indruk, en wilde ons graag ontmoeten."
Woelrat kwam op het juiste moment. "Ik vond het moeilijk worden met Gerard, omdat hij steeds depressiever en grimmiger werd. Hij wilde zich steeds meer afzonderen en in eenzaamheid leven. Eigenlijk wilde hij alle banden met iedereen verbreken en naar Frankrijk emigreren. Hij zei altijd: 'Tot je veertigste leef je van de dood af en na je veertigste leef je naar de dood toe.' "
"Ik was dus blij dat Henk er was. Ik vroeg Gerard of hij mocht blijven. En dat vond Gerard goed. Henk is vijf jaar jonger dan ik, en héél optimistisch, energiek, vrolijk en gezellig. Gerard en Henk trokken veel met elkaar op en dankzij Henk heeft Gerard 'Taal der Liefde' en 'Lieve Jongens' geschreven, gedeeltelijk hier, gedeeltelijk in Veenendaal."
Waarom zijn jullie uiteindelijk toch in Nederland gebleven en is Gerard Reve naar Frankrijk vertrokken?
"Wij waren inmiddels in Veenendaal met een winkel begonnen, want we vonden het niet zo fijn om alsmaar bij Gerard onze hand op te moeten houden. Dat vond Gerard ook wel goed, maar het maakte hem ook gebonden aan Nederland. Een winkel kun je niet zomaar een half jaar dichtdoen, omdat je een half jaar naar Frankrijk wilt. Dat botste. Gerard wilde dat we die winkel, die net aardig begon te lopen, maar weer weg deden." Maar om nou naar Frankrijk te verkassen, dat zag Willem ook weer niet zitten. "Hij zat daar echt op een kale berg, zonder dokter in de buurt. Die ruïne was niet meer dan een hoopje stenen, waar hij een soort van kasteel wilde bouwen. Daar had hij echt zijn zinnen opgezet. Wij wilden best heen en weer gaan om te helpen, maar we zaten ook met die winkel."
"Ach, het is gewoon allemaal een beetje misgelopen," zegt Willem na een korte pauze. "Eigenlijk is het ook Gerards schuld, want die wilde op een gegeven moment uit Friesland weg. Wij wilden dat niet, want wij hadden het er geweldig naar ons zin. Maar Gerard moest en zou naar Veenendaal, vervolgens naar Weert en daarna voorgoed naar Frankrijk."

Alhoewel Reve doorgaans wordt bewonderd om zijn 'goddelijk goedgekeurde' geouwehoer en fenomenale humor, bevestigt Willem dat hij niet altijd gemakkelijk was om mee te leven.
"Naar buiten toe speelde hij altijd de rol van de onderhoudende gastheer; mensen hingen echt aan zijn lippen. Maar als hij thuis kwam, was hij doodmoe en was hij helemaal niet meer zo leuk en aardig. Hij had behoefte aan een roes, ging drinken en dat hield niet meer op. Wij wilden hem ook niet altijd betuttelen, maar het was wel moeilijk. 's Morgens was het altijd leuk, maar 's middags werd het al minder. Soms ging het helemaal mis en dan moesten wij het oplossen."

Ton van de Laar (OBA) leest Graf te Blauwhuis voor op het kerkhof van de Vituskerk te Blauwhuis
Toch is Willem er van overtuigd dat Greonterp de gelukkigste periode is uit zijn leven en dat van Gerard Reve. "Gerard, zo hoorde ik via via, zou gezegd hebben dat Friesland misschien toch wel zijn gelukkigste tijd was. Er was hier sprake van een zeker optimisme, en de hoop op veel boeken. Maar ja, Gerard was ook erg onrustig, raakte overal snel op uitgekeken, wilde telkens weer wat anders. Hij heeft het in België en Engeland geprobeerd. En in Frankrijk. Maar op die kale berg, was hij net zo depressief."
Inmiddels wonen Willem en Henk in Arnhem. Na twaalf jaar in Veenendaal een winkel te hebben gedreven, wilden ze wel eens zelf mode maken en dat doen ze nu in Lent, in een voormalige fabriek van Philips." De helft van de kleren wordt met een brei-apparaat gemaakt ('Henk breide al op zijn vijfde, maar dat vonden zijn ouders maar niks'), de rest is van suède, leer en linnen.
Hoe staat het met jullie boek, waarin jullie je herinneringen aan de tijd met Gerard Reve hebben opgetekend?
"Ja, we hebben inmiddels een heel fotoarchief, dus er komen veel foto's in dat boek, dat echt volgend jaar klaar moet zijn. Het zal wel eind 2010 worden. We gaan er heel hard aan werken."
Tekst en foto's: Arnoud van Soest