Nader tot Reve: Nieuwsarchief Naar de homepage van Nader tot Reve
tak
Uit de NadertotReve Bibliotheek (1) (Bibeb)
15 januari 2017
Dit is het eerste deel van een nieuwe serie waarin interessante, mooie of opmerkelijke items uit de Reve-bibliotheek van NadertotReve worden uitgelicht.
3 Bibeb bundelingen
We beginnen met drie bundelingen van Bibeb-interviews. Bibeb was het pseudoniem van Vrij Nederland journaliste Elisabeth Maria Lampe-Soutberg (1914-2010) die in de 2e helft van de 20ste eeuw grote faam verwierf met haar interviews.
De drie bundelingen komen uit 1965, 1969 en 1980 en bevatten respectievelijk interviews met Gerard Reve, Hanny Michaelis en Johan Polak. De uitgave uit 1965 is van Polak & van Gennep, de andere twee zijn bij Van Gennep uitgegeven (Van Gennep was de naam van de uitgeverij na de breuk tussen Johan Polak en Rob van Gennep in 1969).
Het interview met Reve is in het najaar van 1964 gemaakt. Bibeb reisde met Teiger en Reve per auto naar Greonterp. Na een korte buurtverkenning begint het daadwerkelijke interview dat ongeveer een middag duurt. In het begin is er nog wel sprake van een soort tweegesprek maar gaandeweg wordt het steeds meer een monoloog, met name over God en verder flink wat getier en paranoia.
Er is wat merkwaardigs met het interview, de indruk wordt namelijk gewekt dat Reve het op een zuipen zet en aan het eind van de middag flink lam is. Dat blijkt echter een constructie van Bibeb te zijn geweest. Dat zat als volgt: Bibeb kende de familie Van het Reve al vanaf eind jaren 40 en wist mede daardoor Reve vrij persoonlijke vragen te stellen, over gezin, schuldgevoelens etcetera. Reve wilde na lezing het interview niet gepubliceerd hebben omdat het te dichtbij kwam. Bibeb kwam toen met de suggestie net te doen of beiden dronken waren en Reve is daarmee akkoord gegaan.
Ook de publicatie in de bundeling wilde Reve tegenhouden maar Johan Polak haalde hem over het toch te doen. Wel werden nog enkele passages geschrapt.
Het interview met Hanny Michaelis, dat is opgenomen in 'De mens is een ramp voor de wereld' is in het boek niet gedateerd maar verscheen eerder in het speciale Reve-nummer van het tijdschrift Dialoog in oktober 1969. Het stuk heeft als ondertitel "... dat Gerard mijn grote liefde is, dat is waarschijnlijk niet waar".
De Dialoog-herkomst wordt in het boek niet vermeld en daardoor lijkt het wat vreemd, zonder die voorkennis, dat een interview met Michaelis vrijwel uitsluitend over de relatie en het huwelijk met Reve gaat. Alsof Michaelis niets anders te vertellen heeft.
Reve vond het trouwens een prachtig interview: "We hebben ongehoord veel plezier gehad aan het interview. Tijger is bijna in ademnood gekomen. Hij zegt dat het al het verdere geschrevene in het blad overschaduwt en wegvaagt."
Een paar fragmenten:
Politiek: "Toen ik hem pas kende was hij links geloof ik, maar we hadden het nooit over politiek. Ja, waardoor is die kentering gekomen? Ja, na Koestlers 'Yogi en de Volkscommissaris' en de inval in Hongarije. Op een gegeven moment was hij bezeten van angst voor het communisme."
"Het laatste stadium [van hun relatie] was vreselijk. Dan zou een hand uit de lucht hebben moeten komen en je allebei oppakken, de een hier neerzetten en de ander dáár. Ja, toen werd het echt onheilspellend. Gerard heeft vaak gezegd: je moet een boek schrijven 'Jaren met Van het Reve'. Ja, hij wil dat graag. En je kan niet genoeg kwaaie dingen over me schrijven, zegt hij. Dat vindt hij interessant."
Dat boek is er helaas nooit gekomen.
Het interview met Johan Polak, in de bundeling Bibeb met.. komt uit november 1978. Het is een meanderend gesprek over z'n familie, de oorlog, de uitgeverij, Rob van Gennep, z'n gezondheid, boeken, z'n geliefde Rik, politiek, kunst en ook Reve komt aan bod.
De affaire van de brieven in Ik Had Hem Lief komt kort aan bod en Polak zegt dat het hem spijt dat Reve naar Elsevier is vertrokken: "Hij is, dacht ik, een beetje beïnvloed door Jan den Hartog. Hij wil heel rijk worden."
Maar ook, over de Reve's: "Karel is de beste essayist, Gerard is een groot dichter".
Tekst: Peter Smeets, met dank aan Henk Busscher.