Nader tot Reve: Nieuwsarchief Naar de homepage van Nader tot Reve
tak
Frank van Dijl - 'Misschien maak ik het mezelf veel te moeilijk'
14 november 2023
Deel 2 van het drieluik over Nader tot U.
In 'Brief Uit Het Verleden' en 'Brief Door Tranen Uitgewist', beide geschreven in 1964 en deel uitmakend van 'Nader tot U', brengt Gerard Reve zo'n tachtig mensen ter sprake. Sommigen blijven anoniem, anderen worden vagelijk aangeduid, weer ­anderen met voornaam en initiaal en tenslotte zijn er mensen die Reve met volledige naam noemt.
In 'Misschien maak ik het mezelf veel te moeilijk', het vijfde deel van een serie waarin Frank van Dijl de reisbrieven van Gerard Reve aan een nadere beschouwing onderwerpt, krijgen de mensen die vaak opdoemen in alcoholische ­visioenen gestalte en waar mogelijk een naam, zoals de ­schilderes die in een ijskoude januarinacht een drenkeling uit de ­Lauriergracht probeerde te redden.
Omslag Misschien maak ik het mezelf veel te moeilijk
Omvang: 60p.
Illustraties: binnenzijde omslag
Vormgeving: Huug Schipper, Studio Tint
Formaat: 13 x 20 cm
Uitvoering: genaaid gebrocheerd
Oplage: 125 exemplaren plus enige h.c.
Prijs: 19,50 euro
2023
De Brieven:
Brief Uit Het Verleden (2)
Tirade 92/93 uit 1964
Brief Uit Het Verleden wordt ook besproken in het vierde deel uit deze reeks.
'Brief Uit Het Verleden' is eerst gepubliceerd in Tirade 92-93/1964 (de integrale brief staat op de website van Uitgeverij van Oorschot en eindigt als volgt:
Behalve dat ik de vaardigheid heb ontwikkeld om geluidloos de kurk van een wijnfles te halen – eerst bijna eruit, daarna even wachten tot de ijle lucht in de hals is aangevuld, en dan met de vingers een beetje wrikken, heel zachtjes – heb ik weinig meer te melden. Al zijn ze vlak bij, ze merken niks, en het glas kun je beter gewoon, leeg natuurlijk, in een zak van je colbertje houden.
Weet u wat heel fijn zou wezen? Als ik een gedicht kon schrijven waar alles in stond, dat ik nooit meer een gedicht hoefde te schrijven. Soms ligt in één enkel woord al heel veel besloten – Van O. herinnert zich, hoe hij eens, in Rotterdam, drie en dertig jaar geleden, op een bovenhuis, tijdens een aldaar in een achterkamer gehouden politieke vergadering, een kind in een boks zich moeizaam op zijn rachitiese beentjes overeind zag worstelen en het, nadat het de bovenrand van het hekje had omklemd, hoorde zeggen: 'Arbeiderstaktiek'. Het verleden, dat weet wat.
We kunnen ons bij veel dingen beter neerleggen. Ik weet, dat het zo heeft moeten zijn, dat het Geld gekomen is, nu het me als bron van genietingen niets meer zegt – er is eigenlijk niets meer, dat ik werkelijk begeer, behalve om ergens te kunnen zitten waar ik niet kan worden verdreven en waar ik kan schrijven, en waar ik alleen maar de wind, dreunend en trekkend als een eb, door de zware bomen van het kerkhof behoef te horen, en niet Ado Broodboom met het vocaal ensemble De Blauwbaardjes. Dat is alles, en ik neem nu afscheid. Vaarwel, vaarwel!
Brief Door Tranen Uitgewist
Tirade 96 uit 1964
'Brief Door Tranen Uitgewist' is eerst gepubliceerd in Tirade 96/1964 (de integrale brief staat op de website van Uitgeverij van Oorschot en begint als volgt:
Greonterp, 14 oktober 1964. Van de bomen rond het kerkhof zijn de meeste bladeren al af, en in de tuin is bijna alles uitgebloeid; slechts de heilige bloem, een eenzame krisant, is kortelings begonnen te bloeien ten teken dat we weer, met forse tred, het grote feest van Allerzielen naderen. Een verre hond blaft, over een dak heen daalt, voor enkele ogenblikken, de geur neer van een vroeg aangemaakt fornuis, en even onontkoombaar als altijd zijn de gedachten en herinneringen aan vroeger. Ik moet denken aan allen die ik gekend heb, en die nu dood zijn.
Dit is geschreven in ongekende zwaarmoedigheid en immer toenemende wanhoop; toen de schrijver 3½ dag niet had gedronken; nadat hij zich als een krankzinnige gedragen had. Voor de orkestmeester. Een herfstlied, of avondzang.